Hausdörfer wetenschappelijk onderbouwd

De Hausdorfer-therapie werkt vanuit een uniek, circambulerende model. Dat wil zeggen dat de kern van het probleem voortdurend wordt omcirkeld en vanuit meerdere invalshoeken wordt bewerkt. Op dezelfde manier is het boek ‘Door De Nacht Naar Het Licht’ door Oscar Hausdörfer geschreven, zo er gewerkt in een Hausdörfer-basistherapie en zo ga je er ook in de praktijk mee aan de slag. Dit maakt de therapie zo effectief dat je nauwelijks nog aan het gewenste doel voorbij kunt gaan.

Een onderdeel van het circambulerende model is het klankrekken (prolonged-speech). Uit Australisch onderzoek (Onslow, Costa, Andrews, Harrison, & Packman, 1996) is gebleken dat alleen deze factor in sommige gevallen al kan leiden tot het reduceren of zelfs uitblijven van stotters. Uit meerdere meta-analyses naar de effectiviteit van stottertherapie blijkt bovendien dat deze behandelmethode betere resultaten levert dan andere therapieën die spreektechnieken gebruiken (Andrews, Guitar, & Howie, 1980; Bothe, Davidow, Bramlett, & Ingham, 2006). Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat het gemeten effect voornamelijk is gebaseerd op een meetmethode die in feite nog niets zegt over de ernst van het probleem op dat moment, namelijk het aantal stottertjes per minuut.

Daarnaast is er veel aandacht voor de invloed van spanning op het stotteren. Uit – onder andere Nederlands – onderzoek blijkt dat stotteraars vaak gespannen zijn in sociale situaties (Iverach, Menzies, O’Brian, Packman & Onslow, 2011, Kraaimaat, Vanryckeghem & Van Dam-Baggen, 2002). Zelfs in die mate dat veel volwassen stotteraars gediagnosticeerd zouden kunnen worden met een sociale angststoornis (Stein, Baird & Walker, 1996). De geëigende behandelmethode voor mensen die last hebben van sociale spanning is cognitieve gedragstherapie (Chambless & Gillis, 1993) en dat is wat wij in de praktijk ook toepassen. Hoewel de toevoeging van deze behandeling aan stottertherapie vrij nieuw is, zijn de eerste resultaten veelbelovend (Koc, 2010, Reddy, Sharma & Shivashankar, 2010).

Ook interessant is dat er bij stotteraars verminderde activiteit in de auditieve cortex is gevonden, wat aansluit bij Hausdörfer’s idee dat personen die stotteren (PDS) geen (of verminderd) contact hebben met hun stemgeluid. Wanneer stotteraars vloeiend spreken door bijvoorbeeld choral speech, dan is die activiteit in de auditieve cortex weer ‘normaal’, overeenkomend met Hausdörfer’s idee dat je dan anders luistert naar je stemgeluid (buiten natuurlijk het psychologische effect) (Braun et al., 1997, (Brown et al., 2005).

Een recent gepubliceerd artikel (Van de Vorst & Gracco, 2019, SAMI-model PDF) weerlegt de aanname van logopedisten en stottertherapeuten, die vele jaren werd uitgedragen. Er is namelijk geen studie bekend die aantoont, dat stotteren wordt veroorzaakt door een coördinatieprobleem tussen spiertjes, die moeten samenwerken om spraak te produceren. Als deze aanname roekeloos wordt uitgedragen, kan dit tot gevolg hebben, dat het kind en de ouders als het ware worden geprogrammeerd op ‘altijd blijven stotteren’.

Het geniale aan het werk van Oscar Hausdörfer is dat hij deze elementen al in 1905 had opgenomen in zijn benadering, ver voor dat er onderzoek naar was gedaan. Specifiek interessant daarbij is dat hij een heldere blik heeft op de manier waarop de verschillende elementen samenspelen. De meeste hedendaagse wetenschappelijke resultaten wijzen uit dat de therapie, die verschillende behandelwijzen integreert, de meeste kans van slagen heeft (Blomgren, 2010). Hausdörfer heeft wat ons betreft de methode bedacht die dat op de meest elegante en inzichtelijke manier doet. Het is bovendien de enige therapie die vlekkeloos past in het door Van de Vorst & Gracco beschreven SAMI-model. Dit laat zien dat de geweldige ontdekking, die Hausdörfer meer dan een eeuw geleden deed, zo langzaamaan wordt ‘herontdekt’. Dit had uiteraard eerder gekund, maar de tijd was er kennelijk nog niet rijp voor.

  • Andrews, G., Guitar, B., & Howie, P. (1980). Meta-analysis of the effects of stuttering treatment. Journal of Speech and Hearing Disorders, 45(3), 287-307.
  • Blomgren, M. (2010). Stuttering treatment for adults: an update on contemporary approaches. Seminars in speech and language, 31(4), 272-282. doi: 10.1055/s-0030-1265760
  • Bothe, A. K., Davidow, J. H., Bramlett, R. E., & Ingham, R. J. (2006). Stuttering treatment research 1970-2005: I. Systematic review incorporating trial quality assessment of behavioral, cognitive, and related approaches. American Journal of Speech-Language Pathology, 15(4), 321-341. doi: 10.1044/1058-0360(2006/031)
  • Braun, A. R., Varga, M., Stager, S., Schulz, G., Selbie, S., Maisog, J. M., … Ludlow, C. L. (1997). Altered patterns of cerebral activity during speech and language production in developmental stuttering – An H-2 O-15 positron emission tomography study. Brain, 120, 761–784.
  • Brown, S., Ingham, R. J., Ingham, J. C., Laird, A. R., & Fox, P. T. (2005). Stuttered and fluent speech production: an ALE meta-analysis of functional neuroimaging studies. Human brain mapping, 25(1), 105-117.
  • Chambless, D. L., & Gillis, M. M. (1993). Cognitive therapy of anxiety disorders. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 61(2), 248-260. doi: 10.1037//0022-006x.61.2.248
  • Iverach, L., Menzies, R. G., O’Brian, S., Packman, A., & Onslow, M. (2011). Anxiety and Stuttering: Continuing to Explore a Complex Relationship. American Journal of Speech-Language Pathology, 20(3), 221-232. doi: 10.1044/1058-0360(2011/10-0091)
  • Koc, M. (2010). The effect of cognitive-behavioral therapy on stuttering. Social Behavior and Personality, 38(3), 301-309. doi: 10.2224/sbp.2010.38.3.301
  • Kraaimaat, F. W., Vanryckeghem, M., & Van Dam-Baggen, R. (2002). Stuttering and social anxiety. Journal of Fluency Disorders, 27(4), 319-331. doi: 10.1016/s0094-730x(02)00160-2
  • Onslow, M., Costa, L., Andrews, C., Harrison, E., & Packman, A. (1996). Speech outcomes of a prolonged-speech treatment for stuttering. Journal of Speech and Hearing Research, 39(4), 734-749.
  • Reddy, R. P., Sharma, M. P., & Shivashankar, N. (2010). Cognitive behavior therapy for stuttering: a case series. Indian journal of psychological medicine, 32(1), 49-53.
  • Stein, M. B., Baird, A., & Walker, J. R. (1996). Social phobia in adults with stuttering. American Journal of Psychiatry, 153(2), 278-280.
  • van de Vorst, R., & Gracco, V. L. (2018). Is stotteren een spraak-motorische timingstoornis? Een alternatieve geïntegreerde benadering volgens het SAMI-model. Stem-, Spraak-en Taalpathologie, 24, 39-62.