Onafhankelijk onderzoek
Wetenschappelijke onderbouwing van therapie-resultaten en -tevredenheid.
Onafhankelijk enquête-onderzoek naar resultaten van de Hausdörfer-therapie
Als eerste en enige stottertherapie in Nederland heeft het Hausdörfer-instituut haar resultaten en cliënttevredenheid onafhankelijk laten onderzoeken. De reultaten zijn veelbelovend!
In april 2021 is er onder ex-Hausdörfer-cursisten een enquête gehouden over hun ervaringen met de Hausdörfer-therapie. De vragenlijst is ingevuld door 229 volwassenen. Uit de resultaten blijkt dat de meeste ex-cursisten op verschillende vlakken (spraak, welzijn, zelfvertrouwen, etc.) aanzienlijk vooruit zijn gegaan na de Hausdörfer-therapie. Deze verbetering bleef ook op de lange termijn. Een grote meerderheid van de deelnemers raden de therapie aan voor mensen die stotteren. Deze resultaten laten zien dat de Hausdörfer-methode heel geschikt is om mensen die stotteren te helpen. Een overzicht van enkele resultaten zijn verwerkt in het plaatje hieronder. De complete onderzoeksopzet en -resultaten zijn terug te lezen in de Engelstalige scriptie (PDF).
De resultaten
(klik op de foto)
Robert van de Vorst
Tijdens zijn PhD aan de heeft Robert van de Vorst aan diverse projecten gewerkt betreffende de (neurologische) processen van spraak en muziek, waarbij hij onder andere heeft gekeken naar de effecten van zingen bij mensen die stotteren en meer algemene sensomotorische processen.
Hausdörfer Scriptie
Stotteren is een complex probleem dat ongeveer 1% van de bevolking treft. Hoewel het relatief veel voorkomt, kan de wetenschap nog niet verklaren hoe stotteren ontstaat en er is ook nog geen alomvattende effectieve therapie gevonden. Reguliere stottertherapieën (logopedie) tonen geen eenduidig bewijs dat de spraak langdurig kan worden verbeterd. Daarom is het belangrijk dat er ook naar alternatieve therapieën wordt gekeken als mogelijke behandeling van het stotteren.
In mijn scriptie heb ik ervoor gekozen om onderzoek te doen naar de Hausdörfer-methode. Hierbij onderzocht ik in hoeverre Hausdörfer onderbouwd kan worden door de huidige wetenschappelijke inzichten en in hoeverre Hausdörfer effectief blijkt in het behandelen van stotteren. Om deze vraag te beantwoorden heb ik een enquête verspreid onder mensen die de Hausdörfer-therapie gevolgd hebben. Daarnaast heb ik een literatuuronderzoek uitgevoerd. De resultaten in zijn geheel zijn verwerkt in mijn (Engelstalige) scriptie, maar hieronder zal ik de belangrijkste punten alvast toelichten:
Aanvullend literatuuronderzoek
Er is veel experimenteel bewijs dat mensen die stotteren een verlaagde activiteit hebben in de auditieve gebieden van het brein en een verhoogde activiteit in motorische gebieden. Bij mensen die ‘genezen’ van het stotteren blijkt deze activiteit zich weer geheel of gedeeltelijk te normaliseren. Dit sluit aan bij de theorie van Hausdörfer dat mensen die stotteren niet genoeg contact maken met hun eigen stemgeluid en teveel (lichamelijke) inspanning verrichten om te spreken.
Veel therapieën focussen op stotteren als een spraakprobleem en zien daarom het trainen van de spraak als de oplossing. Er wordt echter steeds meer bewijs gevonden dat de spraak negatief beïnvloed wordt door er bewust mee bezig te zijn. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat mensen die stotteren vloeiender en makkelijk spreken als ze hun aandacht richten op een niet-spraak gerelateerde taak (afleiding). Dit principe is in de wetenschap uitgewerkt in de ‘OPTIMAL theory’ die ook veelvuldig in de sportpsychologie wordt aangehaald.
Over de betrouwbaarheid en representativiteit van deze resultaten kan worden aangetekend dat mogelijk mensen met minder positieve ervaringen de enquête niet hebben ingevuld (positieve bias). We hebben dit zoveel mogelijk proberen te vermijden door de mogelijkheid te verschaffen de vragenlijst anoniem in te vullen. Tevens hebben we kritische feedback aangemoedigd door te vermelden dat het doel van de enquete is om de Hausdörfer-cursus verder te optimaliseren.
Een volgende stap om de effectiviteit van Hausdörfer verder te valideren zou kunnen zijn om de effectiviteit van verschillende (reguliere/niet-reguliere) stottertherapieën met elkaar te vergelijken.
Ilse Aeneae Venema
Studente aan de Rijksuniversiteit Groningen